‘Het onderzoek
van Investico en NOS op 3 houdt ons, net als eerdere onderzoeken, een
spiegel voor’, zegt Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak over
de berichtgeving vandaag over verschillen in opgelegde straffen bij groepen
mensen en de mogelijke rol die vooroordelen daarin spelen. ‘Rechters doen naar
eer en geweten hun werk en proberen in elke zaak de best passende straf op te
leggen aan de verdachte die voor hen zit. Er zijn vaak rationele verklaringen
te geven voor de verschillen in opgelegde straffen, maar voor een deel ook niet.
Dat willen we verder onderzoeken, maar het gaat er ook om vooral bewuster te
zijn over hoe onbewuste vooroordelen mogelijk ook bij ons werk een rol spelen.’
Onderzoek van journalistenplatform Investico en NOS op 3 wijst op verschillen in opgelegde straffen tussen groepen mensen. Zo hebben laagopgeleide verdachten met een migratieachtergrond meer kans op een gevangenisstraf dan hoogopgeleide verdachten zonder migratieachtergrond. Dit ligt in lijn met het beeld dat eerdere onderzoeken laten zien. Vaak zijn er rationele verklaringen te geven voor de geconstateerde verschillen. Zo maakt het voor rechters veel uit of iemand bijvoorbeeld al eerder in de fout is gegaan en leggen rechters – als dat past bij het misdrijf – sneller een taakstraf op aan iemand met een baan omdat het verlies daarvan door een gevangenisstraf moet worden voorkomen, in het belang van de dader én samenleving. Ook heeft het weinig zin om een boete op te leggen aan iemand die deze niet kan betalen. Een gevangenis- of taakstraf ligt dan juist weer meer voor de hand.
Naves: 'Vaak ligt de verklaring in het maatwerk dat het opleggen van een straf is. Maar ondanks deze uitleg zien we ook dat er in de cijfers verschillen te zien blijven die niet direct kunnen worden verklaard. Dit kan erop wijzen dat onbewuste vooroordelen van invloed kunnen zijn op beslissingen van rechters. Het onderzoek van Investico en NOS op 3 geeft ons een belangrijk signaal, waarover we binnen onze organisatie verder moeten praten.'
Rechters weten volgens
Naves heel goed dat ieder mens onbewuste oordelen heeft. En dat de rechter die
dus zelf ook heeft. ‘Daar ligt het niet aan. Ik denk niet dat je snel een
beroepsgroep vindt die zo doordrongen is van het belang van gelijke
behandeling. Maar het werk van de rechter blijft ook mensenwerk, waarbij de
moeilijkheid hem nou juist zit in het zoveel mogelijk uitschakelen van je eigen
opvattingen terwijl je zoekt naar de best passende straf voor de verdachte die
voor je staat.’ Het omgaan met onbewuste vooroordelen is een thema dat direct
raakt aan de kernwaarden van de Rechtspraak en rechtvaardigheid in het
algemeen, vindt hij. ‘Iedereen is gelijk voor de wet, dit is een fundamenteel
uitgangspunt in ons werk. Maar juist die vanzelfsprekendheid geeft het risico
op een blinde vlek. Ik denk dat we nog alerter moeten zijn op het bestaan van
vooroordelen en de mogelijke invloed hiervan op rechtspraak.’
De voorzitter van de Raad onderstreept daarom het belang van nader wetenschappelijk onderzoek naar waar vooroordelen mogelijk een rol spelen bij rechterlijke beslissingen. Maar ook moet er meer aandacht zijn voor (on)bevooroordeelde oordeelsvorming binnen de gehele Rechtspraakorganisatie. Tijdens de opleiding tot rechter is er aandacht voor dit onderwerp en ook rechters die al langer aan het werk zijn kunnen dit aspect van het rechterschap, buiten de dagelijkse praktijk om, blijven trainen. 'Maar het is voor zittende rechters optioneel', zegt Naves. 'Ik vind dat we als rechters onszelf de vraag moeten stellen of deze vrijblijvendheid wel past bij het belang van dit thema en de voortschrijdende inzichten die we als organisatie en samenleving op dit vlak hebben.'